Daarna zag ik die bergjes bovenop andere obelisken en, kan ik me nog herinneren, op beide hoeken van de voorgevel van de San Andrea della Valle. Maar er waren er meer, althans, dat staat me zo bij.
Omdat de deur naar de straat openstond, stapten wij op een morgen naar binnen en bevonden ons op de langgerekte binnenplaats van de Sant’Ivo della Sapienza. Men heeft daar een riant uitzicht op deze door Francesco Borromini (1599-1667) ontworpen kerk, met zijn gekunstelde lantaarn, aan het andere einde van die binnenplaats. De vraag kwam bij me op of Borromini soms ooit als banketbakker begonnen was. De Amsterdamse stadsbeeldhouwer Hildo Krop – Gerard Reves communistische koekenbakker – was dat immers ook, en waarom zou hij de enige zijn?
Intussen was mijn vrouw in gesprek geraakt met iemand die bij het in de bijgebouwen (ook van Borromini) gevestigde instituut scheen te horen, een dame van om en nabij onze leeftijd die een intellectuele indruk maakte. Ik bemoeide mij er ook mee en vroeg haar of ze wist wat die bergjes toch betekenden. Er stonden twee kloeke exemplaren op het dak van de Sant’Ivo, driedimensioneel uitgevoerd, dat was me niet ontgaan. Dat was het embleem van de familie Chigi, zei ze. Die naam had ik wel eens gehoord, die Chigis waren niet van de straat, al zag je daar wel overal hun embleem. Kennelijk zijn we toen van onderwerp veranderd, want de vraag naar de betekenis en de ubiquiteit van het embleem bleef open.
Op grond van eigen studie en levenservaring wil ik een
poging wagen om de bergjes van Chigi zelf te duiden. Omdat we ze vaak
tegenkwamen in Rome, kwam ik ter plaatse al tot de gevolgtrekking dat, zoals
dieren hun territorium afbakenen met kleine plasjes, de Chigis dat deden door
achterlating van hun embleem. Het zijn dan ook geen bergjes maar hopen stront,
zij het gestileerd en uitgevoerd in duurzame materialen. Nu moet ik toegeven
dat de regels van territoriumafbakening in het dierenrijk mij niet zo goed
bekend zijn, ik weet daarom niet of poep en pies in dezen uitwisselbaar zijn.
Dat lijkt me nochtans best mogelijk: ik heb wel eens gehoord dat inbrekers,
voor zij een woning met buit verlaten, op het vloerkleed kakken.
Verder kun je het sterretje boven zo’n Chigi-bergje zien
als een brandende lont. Het is dan ook een territoriumafbakening waar een
dreiging van uitgaat. Ik weet waarover ik praat.
In de hoogste klassen van de lagere school kochten wij, lang voor oudjaar, ons illegale vuurwerk (voetzoekers, rotjes) bij een kruidenier aan het einde van de Amsterdamse Grote Wittenburgerstraat. Die haalde dan, na aanvankelijke ontkenning, met een bezem een doos van het spul onder een vitrine vandaan en zei, denk erom, jullie houwen je kop. Een van de leuke dingen die je met een rotje kon doen, was er eentje in een hondendrol zetten. Je moest dan wel tijdig dekking zoeken of in ieder geval ruim afstand nemen. Dat ging niet altijd goed. Op een landerige zondagmiddag in december 1966 was ik, tijdens een bezoek aan onze grootouders van vaderskant, met mijn broer naar buiten gegaan. Voor de deur stak ik een rotje – een kleintje maar, zo eentje die je losknipt van een matje dat je ook in één keer met een lange reeks knalletjes kunt laten afgaan – in een drol. Ik had niet gedacht dat zo’n klein rotje nog zo krachtig was. Op mijn trui zat een vlokje poep. Even terug naar boven dan maar, even schoonmaken. Mijn moeder kwaad en meteen aan het redderen, maar mijn grootvader zakte bijna in elkaar van het lachen.
Om nu terug te keren naar dat olifantje: boven het wapen
op de sokkel is een corona triplex afgebeeld. Het is een pauselijk
wapen. Omdat we de naam Chigi intussen hebben leren kennen, komen we uit bij
die ene paus die de familie heeft voortgebracht, Fabio Chigi (1599-1667, een
exacte tijdgenoot van Borromini) alias Alexander VII in de jaren 1655-1667. De
Italiaanse versie van Wikipedia geeft voorts een lijst van dankzij deze
prachtlievende paus zijn begunstiging en klandizie in Rome tot stand gekomen
nieuwe kerken en gebouwen tot ander nut, herinrichting van pleinen,
verbouwingen en verfraaiing in het algemeen. Zoeken en vergelijken en plaatjes
kijken op het web bracht me sommige bergjes weer in herinnering en leerde me
dat ik er ook nog een aantal had gemist. De oorsprong ervan is dus terug te
voeren tot deze Alexander VII, van wie kennelijk dikwijls een merkteken
achtergelaten werd op de door hem geïnstigeerde werken. Dat is niet
noodzakelijkerwijs hetzelfde als territoriumafbakening, al helemaal niet in de
strikt ethologische betekenis. Iemand anders zal wellicht de gelijkenis met
hopen stront ontgaan; die iemand zal dan beweren dat die bergjes iets heel
anders voorstellen. Dat is dan een kwestie van referentiekader.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten