Het is niet alleen de sculptuur in de Muiderstraat die een wenkbrauw doet rijzen. De Portugees-Israëlitische gemeente heeft in de 19e en 20e eeuw gedurende geruime tijd een wapen gevoerd met daarin de pelikaan. Van dit wapen is sprake bij de viering van het tweehonderdjarig bestaan van de Esnoga (Portugees-Israëlitische Synagoge, meer familiair: Snoge) in 1875, getuige een verslag daarvan in de krant: “Boven de fraaie cederhouten kast, die tot bewaarplaats strekt voor de wetsrollen, verhief zich een prachtige fluweelen tropee, met de wapens der kerk (een pelikaan met zijne jongen), en die van Nederland en van Amsterdam.” Ter gelegenheid van dit jubileum werd ook een gedenkpenning geslagen, in zilver, brons en tin, die het wapen met de pelikaan afbeeldt.
Plantage Franschelaan |
In deze periode valt het pelikaanreliëf in de Muiderstraat,
alsmede een soortgelijk reliëf boven een poortje behorend tot het in 1916 door
Harry Elte (1880-gedeporteerd) gebouwde Portugees-Israëlitische Ziekenhuis in
de Plantage Franschelaan (thans H. Polaklaan; het reliëf is later
geïncorporeerd in een nieuw, tegen het voormalige ziekenhuis aangebouwd
perceel). Er zijn ook andere voorbeelden uit die tijd, zoals een geborduurde
Torah-mantel uit 1881, een lithografie naar een tekening van D.S. Sealtiël uit
1922, en een prentbriefkaart gedrukt n.a.v. het jubileum in 1925. Wie goed
zoekt zal nog wel meer Portugese pelikanen vinden. Het (voor zover ik weet)
laatste gebruik van het wapen dateert uit 1927, als de Nederlands- en
Portugees-Israëlitische kerkgenootschappen te Amsterdam burgemeester Willem de
Vlugt een bureau-ministre, een proeve van fraai gedecoreerd schrijnwerk met de
wapens van Amsterdam, het Rijk, en de twee joodse gemeentes, ten geschenke
geven voor diens in dat jaar in gebruik genomen ambtswoning.
bureau-ministre (foto: Coert Krabbe) |
Het gebruik van de pelikaan met haar jongen als embleem
dateert echter al van vóór 1875. Volgens A.J. Mendes da Costa (1870-1943) kwam
de pelikaan al voor in de 18e eeuw, zij het niet vóór 1743. Hij had, kennelijk
in zijn functie als secretaris van de Portugees-Israëlitische gemeente, een
stempelafdruk met het dier gezien op een geschrift uit dat jaar. Mogelijkerwijs
dateren twee vleesloodjes met de beeltenis van de pelikaan uit de 18e eeuw.
Vinder Pieter de Beuk trof ze aan, naar eigen zeggen, in 18e-eeuwse stortlagen
op Wittenburg (een van de Amsterdamse Oostelijke Eilanden, niet ver van de
Esnoga).
Vleesloodjes (foto: Pieter de Beuk) |
Misschien is ook het beeldhouwwerkje boven de barokke spiegel
in de ma’amad, waarop rabbijn Hans Rodrigues Pereira z.l. me
attent maakte, uit die tijd. Er is in ieder geval een gouden penning met de
datum 1786, door de parnassijns van Esnoga als dankbetuiging overhandigd aan
Petronella Moens en Adriana van Overstraten. Beide dichteressen hadden hun
berijmde hervertelling van het Poerimverhaal, Esther, in Vier Boeken
(Haarlem, 1786), opgedragen aan de parnassijns van zowel de Portugese als de
Hoogduitse Joodse naties.
Het is eigenaardig, maar het lijkt erop dat ze in het
verleden bij de Portugees-Israëlitische gemeente, voorheen Kahal Kadosh de
Talmud Torah, te Amsterdam, niet precies wisten wat nu eigenlijk hun
embleem was. Op het oude zegel van de gemeente (Sello do K.K. de T.T. de
Amsterdam, aldus de randtekst) stond althans geen pelikaan, maar een
feniks.
Deze feniks kwam al voor op de titelpagina’s van een
Amsterdamse, Spaanstalige siddoer (gebedenboek) in drie delen,
toepasselijk Primera, Segunda en Tercera parte del sedur
getiteld en in 1612 door Yshac Franco alias Francisco Mendes Medeiros gedrukt
ten gerieve van Neve Salom, een van de drie kortstondige Amsterdamse
snogetjes die in 1639 zouden opgaan in de K.K. de T.T. Het is dezelfde
feniks, met gespreide vleugels, onder een stralend zonnetje en te midden van
een flinke rookontwikkeling, al is die op het latere zegel met veel minder
detail weergegeven.
Maar net als de pelikaan, heeft ook de feniks een
Rooms-katholieke betekenis. Volgens de Physiologus is de herrijzenis uit
de as, een proces dat drie dagen in beslag neemt, een symbool van de
wederopstanding van Jezus, die ook drie dagen geduurd zou hebben. Een
afbeelding van de feniks, uitgevoerd in mozaïek, is bijvoorbeeld te vinden in
de Amsterdamse St. Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade, en wel op een
prominente plaats: aan de voorzijde van het uit 1889 daterende hoogaltaar, zij
aan zij met nota bene een mozaïek van de bloedvoedende pelikaan. Daar staat
tegenover dat het fabeldier al voorkomt in Tanach, onder de naam chol
en als symbool van een lang leven (Job 29:18). De wedergeboorte van de
vogel uit zijn eigen stoffelijk overschot is bovendien op zichzelf een sterk
beeld met brede toepassing. De feniks zou het oorspronkelijke embleem van de
Portugese joden zijn geweest, aldus J.S. da Silva Rosa (1886-gedeporteerd),
bibliothecaris van de bibliotheek Ets Haim – Livraria Montezinos.
“Het symbool van den Phoenix: de Joodsche Gemeenschap, die na haar ondergang in
Spanje en Portugal op Amsterdams gezegenden bodem als het ware uit haar asch is
herrezen, spreekt veel duidelijker dan het Katholieke symbool der Pelikaan.”
Verder herinnerden vuur, rook en as de Portugezen die naar Amsterdam kwamen om
openlijk hun jodendom te belijden aan de vervolging waaraan zij ontsnapt waren.
Inzake het embleem op de titelpagina van de Segunda parte del Sedur
merkt de webpagina van de bibliotheek Ets Haim op dat dit een feniks is “die
uit de as van de brandstapels van de inquisitie oprijst.”
De feniks is als embleem slechts langzaam verdwenen, gegeven
het feit dat voor een periode van bijna honderd jaar, ingaande met het jaar
1738, de gemeente voor het uitschrijven van ketoeboth
(huwelijkscontracten) vellen papier en perkament gebruikte met d.m.v.
kopergravure voorgedrukte randversiering, waarvan een medaillon met de feniks
deel uitmaakte. Ook na de periode tussen 1875 en 1927, waarin de pelikaan zich
zo duidelijk manifesteerde, is de feniks niet verdwenen. In de jaren 1930 en
1931 verscheen er voor korte tijd een orgaan van de Portugees-Israëlitische
gemeente, uitgerekend onder de titel De Phoenix (met een gestileerd
embleem van Fré Cohen).
Volgens de Israëlische historica Limor Mintz-Manor, die een
geleerd artikel over de Portugese feniks heeft geschreven, is deze vogel, en
niet de pelikaan, het huidige symbool van het kerkgenootschap. Nu betekent dat
niet dat er heden ten dage een vlag met de feniks op de Snoge staat te
wapperen, maar er zijn wel nieuwe voorbeelden van het gebruik van de feniks te
vinden. Toen de gemeente bij het driehonderdjarig bestaan van de Snoge in 1975
een kleed voor de ma’amad ten geschenke kreeg, was dit gedecoreerd met
de feniks. En ook het gemeenteblaadje dat sinds 2001 verschijnt, heet opnieuw De
Phoenix. Het is alsof er iets is rechtgezet. Volgens sommige ter zake
kundigen zou immers het hele gebruik van de pelikaan in het Portugese wapen
onjuist zijn en berusten op een, overigens reeds lang geleden gemaakte,
vergissing, een abusievelijk verruilen van de feniks voor de pelikaan.
(Wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten