Pelikanen overal (deel 2)

Lees eerst deel 1

Het is niet alleen de sculptuur in de Muiderstraat die een wenkbrauw doet rijzen. De Portugees-Israëlitische gemeente heeft in de 19e en 20e eeuw gedurende geruime tijd een wapen gevoerd met daarin de pelikaan. Van dit wapen is sprake bij de viering van het tweehonderdjarig bestaan van de Esnoga (Portugees-Israëlitische Synagoge, meer familiair: Snoge) in 1875, getuige een verslag daarvan in de krant: “Boven de fraaie cederhouten kast, die tot bewaarplaats strekt voor de wetsrollen, verhief zich een prachtige fluweelen tropee, met de wapens der kerk (een pelikaan met zijne jongen), en die van Nederland en van Amsterdam.” Ter gelegenheid van dit jubileum werd ook een gedenkpenning geslagen, in zilver, brons en tin, die het wapen met de pelikaan afbeeldt.

Vijftig jaar later, bij het volgende grote jubileum, maakte een vergulde pelikaan deel uit van de bloemenpracht op het voorplein van de Esnoga. In hetzelfde jaar 1925, uiteraard met het oog op het jubileum, kreeg de ma’amad, de kerkeraadskamer in de bijgebouwen van de Esnoga, een opknapbeurt. Jacob de Casseres, die een meubelzaak had in Beverwijk, leverde nieuwe stoelen, “waarvan één het rijk gebeeldhouwde wapen der Gemeente” droeg, aldus het Nieuw Israëlietisch Weekblad van 31 juli 1925.

Plantage Franschelaan

In deze periode valt het pelikaanreliëf in de Muiderstraat, alsmede een soortgelijk reliëf boven een poortje behorend tot het in 1916 door Harry Elte (1880-gedeporteerd) gebouwde Portugees-Israëlitische Ziekenhuis in de Plantage Franschelaan (thans H. Polaklaan; het reliëf is later geïncorporeerd in een nieuw, tegen het voormalige ziekenhuis aangebouwd perceel). Er zijn ook andere voorbeelden uit die tijd, zoals een geborduurde Torah-mantel uit 1881, een lithografie naar een tekening van D.S. Sealtiël uit 1922, en een prentbriefkaart gedrukt n.a.v. het jubileum in 1925. Wie goed zoekt zal nog wel meer Portugese pelikanen vinden. Het (voor zover ik weet) laatste gebruik van het wapen dateert uit 1927, als de Nederlands- en Portugees-Israëlitische kerkgenootschappen te Amsterdam burgemeester Willem de Vlugt een bureau-ministre, een proeve van fraai gedecoreerd schrijnwerk met de wapens van Amsterdam, het Rijk, en de twee joodse gemeentes, ten geschenke geven voor diens in dat jaar in gebruik genomen ambtswoning.


bureau-ministre (foto: Coert Krabbe)

Het gebruik van de pelikaan met haar jongen als embleem dateert echter al van vóór 1875. Volgens A.J. Mendes da Costa (1870-1943) kwam de pelikaan al voor in de 18e eeuw, zij het niet vóór 1743. Hij had, kennelijk in zijn functie als secretaris van de Portugees-Israëlitische gemeente, een stempelafdruk met het dier gezien op een geschrift uit dat jaar. Mogelijkerwijs dateren twee vleesloodjes met de beeltenis van de pelikaan uit de 18e eeuw. Vinder Pieter de Beuk trof ze aan, naar eigen zeggen, in 18e-eeuwse stortlagen op Wittenburg (een van de Amsterdamse Oostelijke Eilanden, niet ver van de Esnoga).

Vleesloodjes (foto: Pieter de Beuk)

Misschien is ook het beeldhouwwerkje boven de barokke spiegel in de ma’amad, waarop rabbijn Hans Rodrigues Pereira z.l. me attent maakte, uit die tijd. Er is in ieder geval een gouden penning met de datum 1786, door de parnassijns van Esnoga als dankbetuiging overhandigd aan Petronella Moens en Adriana van Overstraten. Beide dichteressen hadden hun berijmde hervertelling van het Poerimverhaal, Esther, in Vier Boeken (Haarlem, 1786), opgedragen aan de parnassijns van zowel de Portugese als de Hoogduitse Joodse naties.


Het is eigenaardig, maar het lijkt erop dat ze in het verleden bij de Portugees-Israëlitische gemeente, voorheen Kahal Kadosh de Talmud Torah, te Amsterdam, niet precies wisten wat nu eigenlijk hun embleem was. Op het oude zegel van de gemeente (Sello do K.K. de T.T. de Amsterdam, aldus de randtekst) stond althans geen pelikaan, maar een feniks.

Deze feniks kwam al voor op de titelpagina’s van een Amsterdamse, Spaanstalige siddoer (gebedenboek) in drie delen, toepasselijk Primera, Segunda en Tercera parte del sedur getiteld en in 1612 door Yshac Franco alias Francisco Mendes Medeiros gedrukt ten gerieve van Neve Salom, een van de drie kortstondige Amsterdamse snogetjes die in 1639 zouden opgaan in de K.K. de T.T. Het is dezelfde feniks, met gespreide vleugels, onder een stralend zonnetje en te midden van een flinke rookontwikkeling, al is die op het latere zegel met veel minder detail weergegeven.

Maar net als de pelikaan, heeft ook de feniks een Rooms-katholieke betekenis. Volgens de Physiologus is de herrijzenis uit de as, een proces dat drie dagen in beslag neemt, een symbool van de wederopstanding van Jezus, die ook drie dagen geduurd zou hebben. Een afbeelding van de feniks, uitgevoerd in mozaïek, is bijvoorbeeld te vinden in de Amsterdamse St. Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade, en wel op een prominente plaats: aan de voorzijde van het uit 1889 daterende hoogaltaar, zij aan zij met nota bene een mozaïek van de bloedvoedende pelikaan. Daar staat tegenover dat het fabeldier al voorkomt in Tanach, onder de naam chol en als symbool van een lang leven (Job 29:18). De wedergeboorte van de vogel uit zijn eigen stoffelijk overschot is bovendien op zichzelf een sterk beeld met brede toepassing. De feniks zou het oorspronkelijke embleem van de Portugese joden zijn geweest, aldus J.S. da Silva Rosa (1886-gedeporteerd), bibliothecaris van de bibliotheek Ets HaimLivraria Montezinos. “Het symbool van den Phoenix: de Joodsche Gemeenschap, die na haar ondergang in Spanje en Portugal op Amsterdams gezegenden bodem als het ware uit haar asch is herrezen, spreekt veel duidelijker dan het Katholieke symbool der Pelikaan.” Verder herinnerden vuur, rook en as de Portugezen die naar Amsterdam kwamen om openlijk hun jodendom te belijden aan de vervolging waaraan zij ontsnapt waren. Inzake het embleem op de titelpagina van de Segunda parte del Sedur merkt de webpagina van de bibliotheek Ets Haim op dat dit een feniks is “die uit de as van de brandstapels van de inquisitie oprijst.”

De feniks is als embleem slechts langzaam verdwenen, gegeven het feit dat voor een periode van bijna honderd jaar, ingaande met het jaar 1738, de gemeente voor het uitschrijven van ketoeboth (huwelijkscontracten) vellen papier en perkament gebruikte met d.m.v. kopergravure voorgedrukte randversiering, waarvan een medaillon met de feniks deel uitmaakte. Ook na de periode tussen 1875 en 1927, waarin de pelikaan zich zo duidelijk manifesteerde, is de feniks niet verdwenen. In de jaren 1930 en 1931 verscheen er voor korte tijd een orgaan van de Portugees-Israëlitische gemeente, uitgerekend onder de titel De Phoenix (met een gestileerd embleem van Fré Cohen).

Volgens de Israëlische historica Limor Mintz-Manor, die een geleerd artikel over de Portugese feniks heeft geschreven, is deze vogel, en niet de pelikaan, het huidige symbool van het kerkgenootschap. Nu betekent dat niet dat er heden ten dage een vlag met de feniks op de Snoge staat te wapperen, maar er zijn wel nieuwe voorbeelden van het gebruik van de feniks te vinden. Toen de gemeente bij het driehonderdjarig bestaan van de Snoge in 1975 een kleed voor de ma’amad ten geschenke kreeg, was dit gedecoreerd met de feniks. En ook het gemeenteblaadje dat sinds 2001 verschijnt, heet opnieuw De Phoenix. Het is alsof er iets is rechtgezet. Volgens sommige ter zake kundigen zou immers het hele gebruik van de pelikaan in het Portugese wapen onjuist zijn en berusten op een, overigens reeds lang geleden gemaakte, vergissing, een abusievelijk verruilen van de feniks voor de pelikaan.


(Wordt vervolgd)

Geen opmerkingen: