Bouwactiviteit (3)

Je vindt ze her en der over de wereld, maar nu is er ook één in aanbouw in mijn eigen woonplaats, Beitar Illit: een replica van het pand huisnummer 770 aan de Eastern Parkway te Brooklyn, New York. Dat is niet zomaar een adres, maar het gebouw, voorheen een medische kliniek en aangekocht door Chabad in 1940, waar de laatste Rebbe, R. Menachem Mendel Schneersohn (1902-1994), kantoor hield.

Viznitzer sjoel, Beitar Illit

Het nabouwen van belangrijke panden, althans het zich laten inspireren door de kenmerkende architectuur daarvan, komt vaker voor. In Beitar Illit alleen al hebben twee groeperingen, de Bojaner en de Viznitzer chassidim, sjoels laten neerzetten naar model van hun gebouw, thans verwoest, in hun plaats van herkomst in Oost-Europa. De hoofdsynagoge van de Belzer chassidim in Jeruzalem (2000) is afgekeken van de sjoel in Belz in de Oekraïne (1843), maar dan opgeblazen tot mastodontische afmetingen. Als je komt aanrijden op Jeruzalem over autoweg no. 1 zie je hem al van verre – nu ik daaraan denk, schiet me de titel van een Nederlandse carnavalskraker in gedachten, een lied van wijlen Herman Brood: Maak van je scheet geen donderslag. Het is niet louter iets chassidisch, als je tenminste de Londense Bevis Marks synagoge (1701) beschouwt als een jonger broertje van de Amsterdamse Esnoga (1675). Buiten het Jodendom komt het verschijnsel ook voor: de dorpskerk van het Brabantse Oudenbosch is een samengestelde kopie van de St. Pieter en de St. Jan-in-Lateranen in Rome, op kleinere schaal, terwijl er ergens in Afrika een replica of afgeleide van de St. Pieter staat die groter is – nog groter – dan de echte in Rome. En ook de heidenen, om ze zo maar even te noemen, kunnen er wat van: in de Volksrepubliek China, waar ze weten wat namaak is, zijn de laatste jaren hele stadswijken verrezen in de trant van o.a. Amsterdam, Venetië en Parijs – de laatste inclusief een kopie van de Eiffeltoren.

Aan de foto’s te oordelen die ik heb gezien van Eastern Parkway 770 en van een aantal replica’s daarvan, zijn die laatste niet allemaal even nauwkeurig. Ze zijn wel allemaal uitgevoerd in de roodbruine baksteen die kenmerkend is voor het oorspronkelijke gebouw en ze vertonen ook allemaal de puntgevels die de drie traveeën bekronen waarin dat is verdeeld. De middelste travee van Eastern Parkway 770 is smaller dan de twee aan weerszijden en springt iets terug, een detail dat niet tot alle replica’s is doorgedrongen. De driezijdige erker boven de voordeur is een opvallend detail dat je in op één na alle replica’s terugvindt, maar dat geldt weer niet voor de oorspronkelijke raamindeling.

Het pand in Beitar Illit is nog lang niet klaar, maar je kunt nu al zien dat alleen de voorgevel iets krijgt van Eastern Parkway 770. De zijgevels zijn gewoon, conform de plaatselijke bouwverordening, bekleed met Jeruzalemsteen, hetgeen zich uitstrekt tot het onderstuk van de voorgevel. Daarboven moet die roodbruine baksteen komen. De drie puntgevels zitten al op hun plaats, evenals de erker, zij het niet in een terugspringende travee; de voorgevel is volkomen vlak. Het gebouw krijgt zo te zien twee verdiepingen (in Brooklyn drie) en ook andere ramen.


'770', Beitar Illit 

Zo hebben de meeste replica’s wel iets te weinig (een verdieping, de juiste ramen – of de voordeur, zoals de ‘770’ van Gayley Ave., Los Angeles) of te veel (de andere replica in Los Angeles, aan Pico Blvd., heeft negen puntgevels). Soms zijn de juiste proporties zoek: de nummers 770 van Buenos Aires, Sao Paulo en Milaan zijn buitengewoon smal, alsof ze zijn samengeperst als de balg van een accordeon. Aan het ene eind van de schaal van nauwkeurigheid staat het gebouw in Kirjat Ata, bij Haifa, een vage herinnering aan roodbruine baksteen en puntgevels, waarbij de erker kennelijk in een gat in het geheugen verdwenen is; aan het andere eind de replica in Kfar Chabad, eveneens in Israël, die 1:1 is, het resultaat van nauwkeurige metingen in Brooklyn, en waar niet alleen de buitenkant maar ook het interieur van Eastern Parkway 770 gereproduceerd is.

 

Volgelingen van Chabad hebben één of meerdere portretten van R. Menachem Mendel Schneersohn aan de wand hangen. Zo kun je je voorstellen dat sommigen ook gaarne een aandenken aan Eastern Parkway 770 willen hebben. Als je in Londen woont kun je daartoe koek en gebak van Parkway Pattiserie eten, een koosjere banketbakker die niet toevallig zo heet. Je kunt thuis een foto van het gebouw ophangen. Ik zie in sjoel ook wel eens lieden met een afbeelding van ‘770’ geborduurd op de zak van hun tallith of van hun tefillin. Speciaalzaken voor synagogaal meubilair en stoffering kunnen dergelijk borduursel ook leveren voor een Torahmantel of een parochet. Een stap verder is een aron hakodesj, een ‘arke der wet’, in de vorm van ‘770’. Maar een heel gebouw is toch iets anders, zou je zeggen, alleen al omdat het zo’n dure grap is. Toch schijnt het ook hierbij wel degelijk om een tastbare herinnering aan de Rebbe te gaan. Dat was althans wat een kennis, een aanhanger van Chabad, erover zei. Of er een diepere, esoterische betekenis aan die replica’s zat, was hem niet bekend. Kijk, zei hij zo ongeveer, je kunt (vanwege het tweede gebod) geen standbeelden oprichten van de Rebbe, maar je kunt wel her en der een ‘770’ neerzetten.

Mijn kennis vertelde me tevens dat de allereerste replica, die in Kfar Chabad, voltooid in 1986, bedoeld was voor de Rebbe om in te wonen, als met het aanbreken van de ge’oela, de verlossing, ook hij eindelijk naar Israël zou komen. Vandaar al die nauwkeurige maten die de bouwer van het pand in Kfar Chabad, M.M. Gorelick, heeft genomen in Brooklyn, behalve, naar ik heb gelezen, nu juist die van de vertrekken van de Rebbe. Ik vermoed dat Eastern Parkway 770 meer was – en is – dan voor de Rebbe zijn vertrouwde omgeving en voor zijn chassidim het vertrouwde decor van zijn optreden. Diegenen van zijn aanhangers die menen dat de Rebbe de messias had kunnen zijn, had moeten zijn en misschien ook wel is, laten niet na erop te wijzen dat de gematria (getalswaarde) van de woorden beit masjiach (het huis van de messias) uitgerekend 770 is. Het gebouw met dat huisnummer is als het ware het wijdere stoffelijk omhulsel van de Rebbe – een stoffelijk omhulsel dat bovendien nog bestaat en, zoals kunsthistorici dat vroeger noemden, ‘technisch reproduceerbaar’ is. De vraag naar een eventuele esoterische betekenis van replica’s van ‘770’ staat wat mij betreft nog open.

Intussen worden het er steeds meer. Toen in 2005 de kunstenaars Andrea Robbins en Max Becher voor hun project 770 de toen bestaande replica’s fotografeerden, waren dat er elf. Nu zijn het er zeker 21, inclusief die in Beitar Illit die, zoals gezegd, nog niet af is, en misschien wel meer. Het verzadigingspunt is nog niet bereikt, lijkt me; de aanhangers van Chabad schijnen niet genoeg van ‘770’ te kunnen krijgen.


interessante link:
(prachtfoto's van alle anno 2005 bestaande exemplaren van '770')

1:1 replica van '770' in Kfar Chabad


Geen opmerkingen: