Bouwactiviteit (2)

Hoewel in Israël verordeningen er zijn om te ontduiken, omzeilen en negeren, pralen verreweg de meeste gevels, zijmuren en achtergevels in Beitar Illit met natuursteen. Dat geldt niet voor de uit lichte materialen geprefabriceerde, tijdelijke, verplaatsbare behuizingen (al zitten er doorgaans geen wielen onder, tot onderscheid van echte stacaravans) van wat meestal sjoels zijn (elke club mannen, op welke grondslag dan ook, heeft hier zijn eigen bedoeninkje). Maar ook daarvan zijn er weer een aantal die voorzien zijn van een natuurstenen exterieur, omdat de eigenaren kennelijk het idee van welstand waarop de oorspronkelijke verordening is gebaseerd onderschrijven. Tijdelijk en verplaatsbaar moet je in deze gevallen niet letterlijk nemen.

Er is echter een gebouw in Beitar Illit dat in het oog springt, om niet te zeggen, zich opdringt, met zijn kale, grijze betonnen muren waarop de naden van de bekisting duidelijk zichtbaar zijn, en waar de geroeste uiteinden van de bewapening uitsteken. Kun je het, als je die esthetische voorkeur bent toegedaan, nog meer brutalistisch wensen? Het gaat hier om de synagoge van de Zviller chassidim (oorspronkelijk afkomstig uit de Oekraïense plaats Novohrad-Volynskyi, die om een of andere in het Jiddisch Zvil heet). Is deze synagoge een architectonisch statement, een bewuste keuze voor een andere, contrasterende esthetiek, een poging om Ronald Storrs 95 jaar oude bouwverordening ter discussie te stellen, zoals dat heet? Neen, niets van dit alles – nadat het exoskelet was gestort, was het geld om het gebouw verder af te werken gewoon op.

Nu behoren onvoltooide bouwwerken tot het normale straatbeeld, niet alleen in Beitar Illit, maar ook elders in Israël. Het zijn projecten die men alsnog slechts ten dele heeft kunnen financieren, maar waarvan de bouwheren in de optimistische verwachting leven een deel van de rest, en dan nog eens een deel van de rest, bij elkaar te kunnen sjnorren. “G’d heeft een hoop geld,” placht de voorzitter van Ohel Torah, de “Amerikaanse” sjoel in Beitar Illit, te zeggen. En hij had gelijk, want na zo’n tien, twaalf jaar is Ohel Torah tot in vele details voltooid. De bouw van de sjoel van de Zviller chassidim echter is begonnen in 1999, in hetzelfde jaar nog gestaakt, en daarna niet meer hervat. Toch hebben de Zviller chassidim de hoop niet opgegeven, althans, het bouwwerk niet achtergelaten. Binnen in de holle, tochtige, lekkende ruimte hebben ze van lichte materialen een tijdelijk, verplaatsbaar onderkomen laten neerzetten. 





Geen opmerkingen: