Het ogenschijnlijk zeer normale Nederlandse woord klokvrij heeft niet een voor alle Nederlandssprekenden voor de hand liggende betekenis. Klokvrij betekent namelijk ‘geheel los van de joodse traditie’, aldus de lexicograaf van het (heden door niemand meer dagelijks gesproken) Nederlandse Jiddisch, Hartog Beem (1892-1987), in Resten van een taal (2e druk, 1975, p. 150). Hij voegt daaraan toe dat de herkomst van het woord onbekend is. Er is ook, bij mijn weten, geen (Oost-)Jiddische equivalent. Je hebt wel ojsgefrajt. Daarin zit wel het woord vrij, maar het mist die klok. Bovendien duidt het voorvoegsel ojs (uit) erop dat men ergens uit afkomstig is, namelijk een orthodox milieu waar de geboden strikt gehandhaafd worden. Daarvan heeft de ojsgefrajter zich dan bevrijd. Daarentegen kan een familie al diverse generaties klokvrij zijn en niettemin een Joodse familie zijn, al kunnen de leden nog geen ollef (א) van een beis (ב) onderscheiden.
Beem rangschikt klokvrij onder
‘Nederlandse woorden in een joodse omgeving’. Kennelijk is dat een louter Joodse omgeving, want het woord komt noch bij Van Dale, noch in het Woordenboek
der Nederlandse taal voor. Van Dale geeft wel klokvast, wat klinkt als het tegenovergestelde van klokvrij. Het
betekent ‘stipt op tijd’ en wordt in België gebezigd als een kwalificatie van
het openbaar vervoer (‘klokvaste treinen’). Het tegenovergestelde daarvan is
dan weer ‘niet stipt op tijd’, hetgeen wel een Joodse eigenschap is, als we de jekkes (Oost-Jiddisch, daarom niet bij
Beem: Duitse Joden) er even buiten laten, maar dat is niet de betekenis van
klokvrij, zoals hierboven vastgesteld. Kortom, het woord bestaat niet in
Nederlandse omgeving – althans, het bestond niet, want in een stukje getiteld
‘Klokvrij’ in het Friesch Dagblad van
2 april 2016 gebruikte journalist Erik Betten het om aan te duiden dat hij het
verzetten van de klok van winter- naar zomertijd had genegeerd.
Om terug te keren tot Joodse
omgeving: wil klokvrij nu zeggen dat iemand vrij is als een klok (wat dat dan
verder ook betekent)? Behalve vogelvrij hebben de meeste woordsamenstellingen
met -vrij de betekenis van ‘zonder’
(alcoholvrij), ‘gevrijwaard van’ (rookvrij) of ‘verlost van’ (koortsvrij).
Klokvrij is hierop geen uitzondering, naar de mening van Justus van de Kamp en
Jacob van der Wijk, in hun lexicon Koosjer
Nederlands (2006). Het zou betekenen: vrij van de klok die het Joodse leven beheerst.
Daar is wat voor te zeggen.
Hoewel ook (of met name) orthodoxe Joden dikwijls vrij ontspannen omgaan met
nauwkeurig klokkijken, neemt dit niet weg dat niet alleen de Joodse kalender
dicht bezet is met in acht te nemen tijden (de cyclus van feest-, gedenk- en
treurdagen, maandelijks rousj choudesj, d.w.z. het begin van de nieuwe Joodse maand, wekelijks sjabbat), maar zelfs iedere afzonderlijke dag. Om de drie dagelijkse
gebeden op de juiste tijd te kunnen zeggen, moeten we weten wanneer het krieken
van de dag precies valt, hoe laat de zonsopgang is, wanneer de middag begint,
de schemering intreedt, hoe laat het werkelijk nacht is en op welke tijd het
middernacht is. Die tijden verschillen per dag, weliswaar een klein beetje,
maar toch. Een gedetailleerde Joodse kalender ziet eruit als een
dienstregeling. Je hebt er een horloge bij nodig, en bij dat horloge weer die
kalender. Joods middernacht, om maar een voorbeeld te noemen, is zelden of
nooit om 00:00 uur op een gojse klok;
wanneer wel hangt af van de kalender.
Bladzijde uit een hedendaagse weekkalender |
Al die tijden zijn echter a priori. Ben je een beetje te vroeg of een beetje te laat, dan is dat nit geferlech (ook Oost-Jiddisch, vrij vertaald met ‘geen probleem’). Er bestaan immers over het precieze moment van al die tijden ook andere meningen van wellicht niet alom bekende en erkende, maar toch niet minder gezaghebbende rabbijnen, volgens welke je dan alsnog goed blijkt te zitten.
Verder is er de omstandigheid
dat tal van mensen die werkelijk onverschillig staan tegenover genoemde
dienstregeling, zich wel degelijk houden aan de spijswetten. Vrij van de klok
zijn tekent niet de gehele klokvrije Jood. Daar is meer voor nodig, als zijn de
voorwaarden niet vastomlijnd. Wat nochtans in dezen veel meer in het oog
springt dan niet op de klok letten, is bijvoorbeeld tarfes (Beem: ritueel ongeoorloofd voedsel) eten of mechallel
sjabbes zijn (de sjabbat ontheiligen), al dan niet befarhesje (in
het openbaar) – en zulks dan uit onbenul of onachtzaamheid. Wie zich daarentegen hieraan bezondigt en ook nog weet wat deze woorden
betekenen zonder ze in Resten van een taal op te moeten zoeken, is niet
klokvrij maar toch echt ojsgefrajt.
De etymologie van klokvrij
blijft hiermee een raadsel, net als die van fiets (een onomatopee; afgeleid van
vitesse...?).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten